Het filosofisch probleem van de keuze

Nemo, negenjarig jongentje, staat tussen zijn vader en moeder in. Naast de moeder staat een koffer en in de verte komt een trein aan getuft. Het is meteen duidelijk: Nemo moet de onmogelijke keuze maken. Hij kijkt van zijn moeder, naar zijn vader. ‘Nemo heb je een keuze gemaakt? Ga je met mij mee of blijf je bij je vader?’ De trein komt piepend tot stilstand. De moeder draait zich om, de vader blijft staan. Nemo twijfelt. Waarop kan hij zijn keuze baseren?

Afbeelding1

Ik durf te stellen dat wij, in deze tijd, allemaal Nemo zijn. In minder of meerdere mate natuurlijk; maar niemand kan met zekerheid weten dat zijn keuze de juiste is. Dit dilemma is de last van de keuze. Dit is inherent deel van het leven, lijkt het, maar is dit wel echt zo? In essentie zoekt Nemo naar de basis, de grond waarop hij zijn keuzen met zekerheid kan maken.

Deze last van de keuzen, omdat er geen grond is om met zekerheid te kiezen, is een typisch modern probleem. Een probleem dat in andere tijdsperiodes niet bestond. Maar waarom dan niet? Neem de middeleeuwen: wie je was, je persoonlijke identiteit, werd bepaald door God. Elk mens ervoer dat zijn eigen leven gecreëerd en bepaald was. In zijn alwetendheid was het God die een plan voor alles in zijn schepping had. Van dit plan was iedereen een onderdeel, en had alles zijn juiste plaats in het geheel. Of het nu een overwinning in de strijd was, een storm, of een ziekte, alles was de wil van God. De last van de keuze die Nemo ervaart bestaat daar dus niet. Betekent het dan dat niemand een keuze maakt? Dat mensen niet in de situatie kwamen van Nemo? Nee, de mens had net zo goed een keuze zoals ik en jij die ervaren. De keuze die iedereen had was God zijn plan volgen, of hiervan afwijken. De mensen die het verkozen van God zijn plan af te wijken werden zonderaars, de mensen die juist God zijn plan navolgde waren op weg naar heiligheid.

In het meesterwerk Divinia Commedia van Dante Algheri daalt Dante af naar de hel. Hier lijden, naar de mate van afwijking van God zijn plan, de zonderaars. Zo ontmoet Dante Paola en Francesca in de tweede cirkel van de hel, waar de lustvolle zonderaars lijden. Het achtergrondverhaal is dat Francesca uitgehuwelijkt was aan Giovanni om zo een conflict tussen twee families op te lossen. Maar Francesca valt voor de broer van haar verloofde, de al gehuwde Paola. Ze hebben meer dan tien jaar, in het geheim, een affaire, totdat Giovanni hen samen in bed betrapt en hen beiden dood. Dante ziet dat ze in de hel tot in de eeuwigheid vooruit worden gestuwd door de wind, net zoals hun passie hun blind vooruit dreef op aarde.

fdsa

Het was niet makkelijk om het Goddelijk plan na te leven in de Middeleeuwen. Vandaar ook de vele tijdsgenoten die Dante in de hel ontmoet. Maar er was wel een standaard van leven, een basis of fundament waarop met zekerheid beslissingen gemaakt konden worden. Deze standaard waarna het eigen leven ingericht kan worden bestaat niet meer. Nemo heeft geen standaard die hem vertelt dat hij voor zijn moeder of vader moet kiezen.

Wanneer is er dan in de geschiedenis een transitie geweest van deze gefixeerde zekerheid van Dante naar de huidige existentiële onzekerheid van Nemo?

Hiervoor kan de periode rond 1600 aangewezen worden als transitiepunt, de vroegmoderne tijd. De middeleeuwse wereld brokkelde in deze periode steeds meer af. Wat zoveel betekende als dat de opvatting dat God het universum structureerde volgens een Goddelijk plan werd losgelaten. De Engelse dichter William Shakespeare, die leefde tussen 1564 en 1616, is heel sensitief voor deze, voor haast iedereen nog onzichtbare, transitie.

Shakespeare was geobsedeerd door het uiteenvallen van de Goddelijke ordening. Als schrijver van theaterstukken confronteerde hij veel van zijn karakters hiermee. Macbeth was zo’n karakter. Geheel in tegenspraak met de Middeleeuwse opvatting streefde hij naar de realisatie van zijn persoonlijke ambitie. Dit door koning van Schotland te worden. Om dit eigen plan te laten slagen koos hij ervoor om de heersende koning Ducan te vermoorden. Nu is de koning in deze tijd de vertegenwoordiger van God op aarde. Dit zorgt ervoor dat hij vanuit het Goddelijk recht in volledige soevereiniteit heerst. De moord druist dus heel direct tegen de Goddelijke ordening in. Macbeth werd koning en oversteeg zo zijn natuurlijke plaats in God zijn plan. Om zijn geheim te verbergen en zo ontmaskering te voorkomen heerst Macbeth met zeer wrede hand. Dit steeds groter wordende bloedbad leidde Macbeth uiteindelijk tot waanzin en tenslotte tot de dood.

fdsjf

Een oppervlakkige lezing van deze tragedie zou juist een bevestiging zijn van het belang van het navolgen van God zijn plan. Want komt Macbeth niet in een aardse hel terecht als zonderaar? Ja zeker, maar in contrast tot Dante kiest Shakespeare ervoor om juist Macbeth, de zonderaar, als hoofdpersonage te maken. Deze keuze verraad, samen met de opgewekte empathie, waardoor je van begin tot eind, ondanks het bloedbad wat hij aanricht, met Macbeth meeleeft. Het lijkt dat Shakespeare door deze keuze het potentieel die de mens heeft om zijn eigen ambities na te leven bewonderd, maar de wereld waarin hij leeft deze manier van leven nog niet ondersteunt.

fdsafds

Maken we een sprong voorwaarts naar 1856, naar de observaties van nog zo’n sensitieve kunstenaar Gustave Flaubert. Hij beeld, net als Shakespeare, zijn observaties van zijn tijd uit in een verhaal. Dit verhaal heet Madame Bovary. Hierin staat Emma Bovary centraal. Zij trouwt met een dokter in de provincie. Maar al snel stoort ze zich aan de banaliteit en leegheid van dit provinciale leven. Dit door overspel te plegen met talloze minnaars en in de stad ver boven haar stand te leven. Dit geheime leven breekt haar, net als Macbeth, uiteindelijk op. Ze komt in zo’n situatie van wanhoop dat ze ervoor kiest om Arseen te slikken en zo een einde aan haar leven te maken.

Ook hier weer de uitbeelding van de straf, de hel op aarde, die de zonderaar Emma Bovery te lijden krijgt door haar afwijking van het Goddelijk plan. Maar uit de reactie van Emma haar echtgenoot Charles blijkt iets anders. Hij behoudt haar kamer als een heiligdom, en neemt haar houding en voorkeuren over om zo de herinnering aan haar hoog te houden. In deze keuze ligt niet zozeer de afschuw, maar juist de bewondering voor de navolging van de persoonlijke ambities van zijn vrouw.

fdsaf

Flaubert vertelt met dit verhaal over de toename in afbrokkeling van de goddelijke ordening en ruimte die hierdoor ontstaat om de eigen identiteit zelf te vormen. In de 250 jaar tussen Shakespeare en Flaubert is de invloed van de goddelijke ordening afgenomen met als gevolg dat er meer vrijheid van keuze ontstaat. De mens wordt vrijer om zijn eigen verlangens te volgen en verwezenlijken.

Dit verlies aan grond, het goddelijke plan, waarop met zekerheid keuzes gemaakt kunnen worden verdwijnt dus geleidelijk aan. Hierdoor ontstaat er last van de keuze door de openheid in antwoorden op de existentiële vragen. Het is in 1881 dat de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche in zijn boek de Vrolijke Wetenschap het definitieve einde van de goddelijke ordening aankondigt met zijn veelzijdig geciteerde observatie ‘God is dood’. Hiermee bedoeldt hij dat de basisvragen van het menselijk bestaan niet meer voor ons beantwoord zijn.

Gevolg hiervan is dat het één niet boven het ander te verkiezen is. Er is geen goed of fout meer. Het is niet gek dat Nemo niet kan kiezen. Deze situatie dat alles dezelfde waarde heeft wordt nihilisme genoemd. Nietzsche zag dit als primaire conditie van de moderne mens. Deze situatie droeg voor hem iets vreugdevols in zich. Eindelijk kon de mens zelf bepalen wat hij als richting voor zijn leven koos.

Voor Nemo echter een tragedie. Zijn ouders besloten uit elkaar te gaan, een keuzen die in de Middeleeuwen ondenkbaar was. Het uitgangspunt, de scheiding, is dus al typisch modern. Laat staan de keuzevrijheid die de beide ouders Nemo geven, dit berust op de opvatting dat er geen standaard is die zegt bij welke ouder het kind moet blijven. In de middeleeuwen zouden het de ouders zijn die kiezen op basis van het advies van de kerk. Door de keuze volledig bij Nemo te leggen, zonder dat hij een standaard heeft waarop hij zijn keuze kan baseren, komt hij in het nihilisme terecht. De keuze voor zijn moeder of vader heeft de zelfde waarde…

Het niet hebben van een standaard waarop Nemo zijn keuze kan baseren is een nachtmerrie. Het was deze vaststelling van het verdwijnen van deze standaard in het keuzeproces wat de Russische schrijver Fjodor Dostowjevski de vraag deed stellen: ‘als God dood is is dan alles toegestaan?’

Nemo kiest niet. Hij verdwijnt in de verbeelding van de talloze mogelijke levens die op dit kruispunt in zijn leven mogelijk zijn. Hij stagneert. Wat zou jij doen in zijn positie?

fsas

Dit artikel is ook te lezen op: Dwarslopers Platform